Fleringer Molen - Fleringen

In 1822 werd op de huidige plaats een olie-korenmolen gebouwd, omdat de watermolen bij het kasteel vaak onvoldoende water kreeg om te malen. In 1844 brandde deze windmolen af. Op dezelfde plaats kwam in 1846 op een verhoging, geen molenbelt overigens, wegens windbelemmering van omringende bomen de huidige grondzeiler te staan. De boeren moesten aan een kant tegen de heuvel oprijden en via de andere kant weer naar beneden rijden.

De molen is ingericht als koren- en pelmolen en staat ook bekend onder de namen Grobben Meul en de Vrielink Meul. In 1936 werd de molen buiten bedrijf gesteld. In 1937 kwam de molen in bezit van de wolfabrikant Ten Bos uit Almelo, om de molen voor sloop te behoeden. Hij liet de reeds vervallen molen kort na aankoop restaureren. In 1955 droeg hij de molen over aan de gemeente Tubbergen. De molen onderging in 1955, 1975 en 2009 nogmaals een restauratie.

Tegenwoordig wordt de molen ook wel Molen van Frielink genoemd.