Beeld van Anthony Christiaan Winand Staring - Vorden

Hij werd geboren op 24 januari 1767 in het Achterhoekse Gendringen als zoon van Damiaan Hugo Staring en Sophia Wijnanda Ver Huell, maar bracht zijn jeugd vooral door in Zuid-Holland: Anthony Christiaan Winand Staring. Hij was landheer, landbouwkundige en dichter.

Zijn vader werkte voor de VOC en werd in 1773 uitgezonden naar Kaap de Goede Hoop. Zijn moeder verhuisde mee. Anthony was toen nog maar zes jaar en kwam bij zijn oom in Gouderak te wonen.

Hij zat op de Franse basisschool, op de Latijnse middelbare school en ging daarna studeren. Hij richtte zich op botanie, zodat hij zich kon voorbereiden op het beheer van het landgoed rondom Kasteel De Wildenborch, waar hij heer van was. In 1791 verhuisde hij naar dit kasteel in de Achterhoek en bleef er wonen tot zijn overlijden.

Staring was opvallend goed in het onderhouden van het landgoed. Hij viel op, omdat hij oog had voor de natuur, maar ook voor de mensen. Op zijn landgoed liet hij een school bouwen waar de kinderen van de arme lokale boeren onderwijs konden genieten. Hij kwam met gereedschappen zoals de Brabantse voetploeg om het landarbeid makkelijker te maken, waar hij zelf een verbeterde versie van wist te maken. Tot slot zorgde hij ervoor dat er in de omgeving van Vorden gebruik gemaakt kon worden van een vaccinatie tegen een virusziekte onder koeien.

Hij had invloeden in het bestuur van Gelderland en was een jaar lang de president van de kantonnale raad Lochem. Hoewel destijds weinig mensen konden genieten van zijn gedichten, schreef hij over legenden en over de natuur. Altijd zat er een gevoelige en humoristische rand aan het verhaal, dat hij als kunst wist te verwoorden. Staring is één van de weinige Nederlandse dichters uit de romantische tijd. Hij overleed in 1840 in zijn landhuis De Wildenborch.