Museum Visafslag Elburg - Elburg

In de hoogtijdagen van de Zuiderzeevisserij telde de vissersvloot op de Zuiderzee zo’n 3000 schepen. Botters, schokkers, aken, pluten en kwakken bevoeren het binnenlandse zoute water voor de vangst van haring, paling, ansjovis, bot, aal en spiering. Vissers uit Elburg verkochten hun waren meestal direct aan handelaren of op de markt. Dit gebeurde vaak aan de kade of op het havenhoofd, waar de vissers na het binnenhalen van hun vangst hun vis ter plekke konden verhandelen.

In 1916 werd de visafslag Elburg geopend, in eerste instantie zonder afmijntoestel. Vanaf 1919 werd de afslag vergemakkelijkt met een afmijntoestel, ingericht voor 30 personen. De veilingmeester zette het toestel in werking en een wijzer begon af te lopen over een schaal met een dalende prijs. Zodra een koper een bod deed, door aan een hendel te trekken, was de vis verkocht.

Toen het vissersstadje zijn functie verloor nadat Oostelijk-Flevoland was ingepolderd en Elburg niet langer aan open water lag, stopte ook de visafslag. Het houten gebouwtje werd in 1958 afgebroken en verkocht aan een boerenfamilie in Oosterwolde, zij gebruikten het als veeschuur en opslagruimte.

Een groep enthousiaste vrijwilligers kwam in 1985 het gebouw weer op het spoor. Zij kochten het terug en hebben het vervolgens gerestaureerd. Sinds 1987 heeft de voormalige Visafslag een nieuwe bestemming gekregen. Het werd een klein visserijmuseum. Dat is het tot op de dag van vandaag nog steeds.

De vrijwilligers vertellen met al hun enthousiasme graag over de tijd dat de visafslag het middelpunt van de Elburgse visserij vormde.

Oude foto: Gelders Archief