Fietsroute van zout naar vis in Arnemuiden




Arnemuiden, Wolphaartsdijk, Oranjeplaat
Als je vanuit Wolphaartsdijk richting Arnemuiden fietst, doorkruis je een landschap waar eeuwenlang mensen hun brood verdienden met het winnen van zout en het vangen van vis.
Lang voordat zout werd geïmporteerd uit verre landen, werd het hier in de regio gewonnen uit zouthoudende veengrond. In de polders van Wolphaartsdijk werd deze turf gestoken, darinkdelven genoemd. Dit werd gedroogd en vervolgens verbrand in zogenaamde selbranderijen. De as werd vermengd met zeewater, en daaruit verkreeg men pekel, dat werd ingedampt tot zout.
Dit proces, ook wel moernering genoemd, liet zijn sporen na in het landschap. Polders verzakten en kreken ontstonden. Uiteindelijk werd het verboden vanwege de schade aan dijken en landbouwgrond.
In de 16e eeuw groeide Arnemuiden uit tot een zoutstad van formaat. Aangevoerd zeezout uit Frankrijk, Spanje en Portugal werd er in tientallen zoutziederijen (zoutketen) geraffineerd. Dit gebeurde vanwege het brand- en gezondheidsgevaar buiten de stadsmuren, op de plek waar je vandaag het Arnekanaal en de Keetweg vindt.
Met 60 zoutketen en een jaarlijkse productie van meer dan 11 miljoen kilo zout voorzag Arnemuiden bijna heel de Nederlanden van dit ‘witte goud’. Zout was onmisbaar, onder andere voor het inleggen van haring, waardoor de vis langer houdbaar bleef.
Het werk in de zoutketen was heet, vuil en ongezond. Giftige dampen maakten het tot een lastige werkplek. Veelal vrouwen verrichtten dit zware werk. Deels uit economische noodzaak, deels omdat het werd beschouwd als werk dat mannen liever vermeden. Vrouwen hielden de ketens draaiende, vaak onder moeilijke omstandigheden.
Vanaf de 17e eeuw begon de neergang van de zoutindustrie. De concurrentie groeide, de vraag verschoof en de Tachtigjarige Oorlog maakte het gebied te onveilig voor handel. Tot overmaat van ramp verwoestte een grote brand in 1802 bijna alle overgebleven keten. Arnemuiden raakte in armoede, maar vond nieuw leven in de visserij.
In de 19e eeuw ontwikkelde Arnemuiden zich tot vissersplaats. Garnalen, haring en oesters werden de nieuwe inkomstenbron. Wederom speelden vrouwen een sleutelrol: ze pelden garnalen, herstelden visnetten, plaatsten dakpannen in zeewater voor de oesterkwekerij en trokken als zogenaamde 'visleursters' met zware manden vol vis naar steden als Middelburg, Vlissingen en Goes.
Kijk bij aankomst in Arnemuiden eens goed naar de kerktoren van de Hervormde kerk. Hier zie je een astronomische getijdenklok uit 1589 waarop de getijden, maanstanden én de tijd te lezen valt. Een uniek uurwerk binnen heel Europa! Bezoek daarna het Museum Arnemuiden voor een blik op streekdracht, visserijtradities en het zoutverhaal van deze trotse Zeeuwse plaats.
Zo leeft het verhaal van de zoutketen voort in de geschiedenis van het stadje: als fundament van een ooit bruisende industrie, gedragen op de schouders van vrouwen, uitgewaaierd tot ver buiten de Zeeuwse grenzen.
Foto: ©Zeeuws Archief, Verzameling Beeld en Geluid, nr 895-25 (ingekleurd)
Hier kun je jouw route uitbreiden met afstapmomenten




Nog geen afstapmomenten toegevoegd
Gefeliciteerd met je fietsroute!



