De ‘Zelden van Passe’. Als je langs de afrit van de A4 op de N206 fietst, dan kun je in de verte de windmolen van de Groote Westeindsche polder zien. Het gaat hier om de ‘Zelden van Passe’ die tussen 1645 en 1646 werd gebouwd. De naam ontstond vermoedelijk omdat je het als molenaar iedereen maar moeilijk naar de zin (of ‘zelden van pas’) kon maken. Het water moest zo laag mogelijk worden gehouden, maar niet te laag zodat boeren nog wel met hun schuiten (een eenvoudig open vrachtvaartuig) door de sloten konden varen.
De molen is daarnaast de oudste, nog bestaande seinmolen in Rijnland. Polders ten zuiden van de Rijn en langs de Gouwe waren gebonden aan een maalpeil (een vastgestelde waterstand) tot 1974. Wanneer het water in de rivieren te hoog kwam, dan mochten de polders geen water meer lozen. Dit om overstromingen te voorkomen.
Om aan te geven dat dit maalpeil was bereikt, werden sommige molens aangewezen als seinmolens. Later werd deze taak overgenomen door gemalen. Wanneer de molenaar van deze molen het sein gaf, dat overdag bestond uit het hijsen van een vlag en ’s avonds het aansteken van een lantaarn, dan moesten de omliggende molenaars meteen de bemaling stopzetten. Hoewel de Zelden van Passe in 1959 werd vervangen door een gemaal, bleef het tot 1974 nog functioneren als seinmolen.
Molen Zelden van Passe
Papeweg
2381 EX
Zoeterwoude
Contactgegevens