Gemaal Palenstein - Zoetermeer

Je fietst over de Slootweg. Dit was de oorspronkelijke grens tussen de dorpen Zoeterwoude en Zegwaard. Aan de rechterkant van de weg kwam al in de zeventiende eeuw de Buitenwegsche polder tot stand.

In 1759 werd een plan gemaakt om de polder helemaal te vervenen, van dijken te voorzien en droog te maken. Er werden drie molens langs de Slootweg en de Elleboogse Watering gebouwd die de veenplassen die ontstonden leegpompen. Na het voltooien van de werkzaamheden in 1762 kreeg de polder een nieuwe naam: de Palensteinsche polder, naar het verdwenen huis te Palenstein in Zoetermeer.

Sindsdien is er veel veranderd. De molens bleven in gebruik totdat het polderbestuur in 1924 besloot om over te gaan op dieselbemaling. Net zoals de Zuidbuurtse molen werden de molens tot één laag afgeknot. Ook van de oorspronkelijke polder is weinig overgebleven.

Het landschap wordt tegenwoordig gekenmerkt door verschillende plassen, zoals de Noordhovense Plas, de Benthuizerplas en een gedeelte van de Zoetermeerse Plas. Daarbij werden in de polder de stadswijken Palenstein, Seghwaert en Noordhove gebouwd. Om de bemaling van het gebied van Boskoop tot Zoetermeer te regelen werden twee elektrische gemalen gebouwd: gemaal De Omringdijk bij Boskoop en gemaal Palenstein, waar je nu langsfietst.