Burgum, Drogeham, Eastermar

"Mieden” zijn van oorsprong laaggelegen hooilandgebieden in Friesland, vaak nat of drassig door kwelwater (helder grondwater dat van onderuit omhoog komt). De bodem is er relatief ondiep, en in combinatie met hoge grondwaterstanden ontstaan omstandigheden die ideaal zijn voor natte hooilandachtige vegetaties. Langs het Prinses Margrietkanaal liggen mieden om precies die redenen: het is laag terrein, vaak met verzadigde ondergrond, en rivieren, waterlopen of kanalen versterken die natte condities.

Vandaag fiets je langs tal van mieden: vaak zie je er een centraal uitkijkpunt of vogelkijkhut. Vanaf die plekken geniet je van het open landschap, rietkragen en veel vogels zoals grutto’s en tureluurs. Het Prinses Margrietkanaal loopt door het Bergumermeer (officieel Burgumer Mar) waar het kanaal het meer doorsnijdt en dit meer zelf ook vogelrijk is.

De mieden vallen grotendeels binnen het Nationaal Landschap Noardlike Fryske Wâlden, een gebied waarin landbouw, kleine landschapselementen zoals houtwallen, elzensingels en elzensingels, en natte laagten samen de biodiversiteit vormen.

Verder is er onderweg meer te zien: in Openluchtmuseum de Spitkeet leer je hoe mensen vroeger woonden en werkte in deze ruige, natte leefomgeving, een kijkje in het dagelijkse leven van de Friese mieden van oudsher.