Maassluis, Maasland, Schipluiden

Lang voordat we met auto of fiets van A naar B gingen, reisden de mensen in het Westland per trekschuit naar Delft of Den Haag. Comfortabel misschien, maar langzaam. De wens om sneller te reizen leidde tot de oprichting van de Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij (WSM) in 1881. Met de aanleg van tramlijnen kwam eindelijk vaart in het personen- en goederenvervoer tussen de dorpen van het Westland.

Toch was het in het begin behelpen. De trams reden dwars door de dorpen, dicht langs woningen en winkels. Om ongelukken te voorkomen moest de tram stapvoets rijden. Voor de tram uit liep een medewerker met een rode vlag en een seinlamp om voetgangers te waarschuwen. Zo'n originele lamp is nog te zien in de collectie van het Westlands Museum.

Pas na 1891, onder leiding van Jonkheer Henri Gustave Verspyck, kwam er structuur en betrouwbaarheid. Langs het tracé verrezen stationsgebouwen waar reizigers hun kaartje kochten en konden schuilen voor de regen. De lijn van Maaslandse Dam via Schipluiden naar Delft werd een belangrijke schakel, niet alleen voor passagiers maar ook voor de bloeiende tuinbouw.

De komst van autobussen betekende het einde van de tram als vervoermiddel voor mensen, maar goederenvervoer ging nog decennia door. In 1967 reed de laatste tram.

Deze fietsroute volgt een deel van het historische WSM-traject en neemt je mee door Maassluis, Maasland en Schipluiden. In Schipluiden fiets je zelfs over de originele trambrug over de Vlaardingsevaart, ooit gebouwd voor het spoor maar nu onderdeel van het fietspadennetwerk. Onderweg stuit je op musea, molens en andere plekken die nog veel meer vertellen over de regio.